Des questions? Appelez le 050 47 07 20 ou envoyez-nous un mail

Geschiedenis van de Bond van Eigenschippers

De “Bond van Eigenschippers”, of de “Bond van Brugge”, zoals de vereniging in de schippersmond ook wel wordt genoemd, heeft reeds een bewogen geschiedenis achter de rug, maar juist door die rijke ervaring staat de vereniging garant voor een vruchtbare toekomst…

Reeds in december 1896 werd door de paters kapucijnen te Brugge een eerste poging voor georganiseerd schipperswerk gestart. Uit diverse contacten, o.a. tussen de bisschop van Brugge en de overste van de kapucijnen kreeg dit initiatief steeds meer vorm. De eerste bedoeling was en bleef lange tijd het geestelijk welzijn van de binnenschipper en zijn familie. Maar de zorg voor beter materiaal en sociaal welzijn bleek al spoedig broodnodig alsook behoorlijk onderwijs voor de schipperskinderen.

Gehoor gevend aan hun roeping als volgelingen van Franciscus van Assisi, gingen de paters kapucijnen bedelen om voor de schippers iets te kunnen doen en in april 1908 werd de Vrije Schippersbond gesticht. Het doel van deze bond was het lot van de schippers en de verdediging van hun rechten te verbeteren. Ondanks zware tegenkanting en kritiek werd prompt een honderdtal schippers lid. De nood was duidelijk hoog …

De paters kapucijnen bleven vechten voor een beter bestaan voor de schipper. Er stonden nog tal van plannen op hun programma en één ervan was de oprichting van een schippershuis, waar het bestuur van “de bond” én een kantoor voor bevrachting zouden kunnen worden ondergebracht. Ook een school voor schipperskinderen bleef steeds één van de prioriteiten van de paters.

Een weldoener schonk aan de paters een stuk grond en in 1911 werd het eerste schippershuis annex school opgericht. Aan alle schippers werd een bericht gestuurd waarbij ze werden aangespoord hun kinderen naar de school te sturen. In 1913 werd de Brugse Schippersschool dan uiteindelijk erkend en gesubsidieerd.

Tijdens de eerste wereldoorlog leed het schipperswerk een zware tegenslag. De binnenvaart lag zo goed als stil en bovendien werd de school in 1915 door de Duitsers opgeëist om er een veldhospitaal in op te richten. Maar de paters bleven niet bij de pakken zitten. Na de oorlog begon, vanuit een gammele en vochtige barak die de Duitsers hadden achtergelaten, het schipperswerk langzaamaan terug open te bloeien.

In 1924 kwam pater Tillo de rangen vervoegen. Zijn naam zal altijd verbonden blijven met het schipperswerk, evenals die van zijn medewerker pater Didac. Aan hen dankt het schipperswerk de gebouwen langs de Komvest, waar tot voor kort steeds de “Bond van Eigenschippers” was gevestigd. Pater Tillo, van nature een vechter, moest in de jaren twintig vaak de strijd aanbinden voor het behoud van school en bond. Het was trouwens diezelfde pater Tillo die aan de basis lag van de wet over de opvoeding van schipperskinderen. Deze wet werd in 1929 door de Kamer goedgekeurd. In datzelfde jaar kwam koning Albert I een bezoek brengen aan de Brugse Schippersschool.

De tweede wereldoorlog bracht een nieuwe slag toe. De school werd opnieuw getroffen. Door opeising raakten talrijke schippers hun schip – hun inkomen, hun leven – kwijt en de schippersbond werd door de bezetter verboden. Na de oorlog keerden de meeste van die opgevorderde schepen zelfs nooit meer terug…

De paters lieten de moed weerom niet zakken want in 1944 reeds werd de schippersbond nieuw leven ingeblazen en er werd zelfs in Gent een kantoortje geopend. De school werd heropend met 170 leerlingen en de volgende jaren liep hun aantal steeds op. Het hoogste aantal leerlingen ooit was 345. Vele schippers zullen zich nog wel de aangename – en misschien enkele minder aangename – momenten van de Brugse schippersschool herinneren.

Sedert een aantal jaren is de Brugse Schippersschool er niet meer. De gebouwen hebben een tijdje dienst gedaan als internaat maar werden onlangs verkocht. Een stukje verloren erfgoed ?

Als uitloper van het schipperswerk van de paters kapucijnen, richtte pater Didac op 1 december 1954 de “BOND VAN EIGENSCHIPPERS” op. Inmiddels is de vereniging door de jaren heen uitgegroeid tot een representatieve beroepsorganisatie met ongeveer 500 leden van wie meer dan de helft zelfstandige scheepsuitbaters.